God’s Bedoelingen

Wat openbaart de Bijbel over Gods ultieme bedoelingen in Zijn relatie met de mens? Wat is het thema dat door Genesis loopt tot in Openbaringen en dat beide testamenten overtreft?

Sommigen zeggen dat het Jezus Christus is. Dat is waar – de hele Schrift openbaart Hem. Hij verschijnt op elke bladzijde en Jezus Zelf zei dat de Schrift over Hem spreekt (Joh. 5:39). Maar wat probeert God  te bekomen door Jezus? Wat is die ultieme bedoeling?

Velen zeggen dat het Gods ultieme bedoeling is om de mens te redden en dat de Bijbel de beschrijving van Gods groot plan van redding bevat. Sommigen verwijzen ernaar als de "heilsgeschiedenis" - de beschrijving van Gods plan om de mens te redden. Deze visie is erg populair, maar is het de waarheid?

Persoonlijk heb ik een probleem met deze gedachte. Ja, we lezen over Gods pogingen om de mens te redden, ondanks zijn onwil, reeds vanaf de allereerste bladzijden. Maar wat heeft Zijn relatie met Israël daarmee te maken? Als het Zijn bedoeling was om de mensen te redden, waarom ging Hij dan niet naar de volkeren toe, i.p.v. eerst tweeduizend jaar op te trekken met Israël? En wat doen de tweeduizend jaren tussen Adam en Abraham ter zake? 

Het probleem is dat als Gods ultieme en hoogste bedoeling is de mens te redden,  Hij mensgericht is en niet Godsgericht. Dit maakt van de mens een afgod voor God en dat kan niet. Ja we denken nogal gemakkelijk dat alles rondom ons draait en dat alles wat God doet voor ons voor onze redding en ons ultiem geluk is. Maar dit soort bedenkingen neemt ons terug naar de tuin waar Satan Eva verleidde om te denken vanuit haar perspectief, en niet vanuit die van God.

Anderen zullen zeggen dat de gemeente - de bruid van Christus - Gods hoogste doel is. Voor hen draait alles rond de gemeente en de gemeente is het ultieme einde van alle handelingen van God met de mens. Maar ook dat is niet waar omdat het ons, de leden van de gemeente, opnieuw in het middelpunt zet en daarbij de Oudtestamentische heiligen ondergeschikt maakt omdat ze geen leden van die gemeente zijn. 

Spijtig genoeg is het moderne Christendom zo zelfgericht geworden dat de Here en Zijn bedoeling moeilijk passen in ons denken. Het draait allemaal rond ons en wat God voor ons doet en kan doen. We zijn vergeten dat het hoogste van al wat leeft God Zelf is. Hij is groter dan jij en ik en Hij is groter dan de gemeente. God Zelf zei dat we geen andere goden voor of naast Hem mogen hebben. (Exodus 20:3). Voor velen is hun redding, de gemeente of zichzelf iets geworden dat zij aanbidden, en dat is het einde van alle dingen geworden.

Maar God is het einde en het middelpunt van alle dingen. “O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurbaar Zijn wegen! Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven, waarvoor hij vergoeding ontvangen moet? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen” (Rom. 11:33-36).

Bekijk opnieuw het einde van dat vers: “…Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen”. Hij is de bron van alles, alles moet gebeuren door Hem en vooral, alle dingen zijn tot Hem. Dit betekent dat Hij het doel en de eindbestemming van alle dingen is. Jezus zei “Ik ben de alfa en de  omega, het begin en het einde” (Open. 21:6). Alles begint en eindigt met Hem, niet met mij, met jou, met de gemeente of met onze redding.

Kolossenzen 1:16-18 zegt: “…want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem. En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.” Hier ligt de sleutel – alle dingen zijn zo gemaakt dat Hij de voorrang mag hebben - dat Hij de eerste mag zijn, de enige,  en de belangrijkste.

1Korintiërs 8:6 zegt: “ voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn , en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.” Snap je?  We zijn door Hem en door Zijn bedoeling, niet omgekeerd.

Dus Gods hoogste doel is Zichzelf. Dit maakt God niet zelfzuchtig of trots. Hij is het Opperwezen en Hij is de Eerste, de Alles-in-allen. Hij is dus beschikt tot voorrang. Wat verkeerd is aan des mensen zelfzucht  is het feit dat de mens niet beschikt is tot het middelpunt van het universum  - dat is de plaats voor God en als we onszelf daar plaatsen dan overweldigen we Gods positie.

Meer bepaald is de ultieme bedoeling van alle dingen God te eren. De engelen zijn er om Hem te eren en zelfs de aarde was niet gemaakt als een fantastische plaats voor de mens, maar eerder om God te eren: “De hemelen vertellen Gods eer” (Psalm 19:1). De mens was geschapen om God te eren maar  “Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt ….en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijke mens… (Rom. 1:21,23).

In dit Millennium zullen we het herstel meemaken van Jezus tot Zijn rechtmatige plaats als Koning der Koningen en Here der Heren als Hij het centrum en de Soeverein van de ganse wereld wordt. “Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen..” (Zacharia 14:16).

Zelfs de Hemel, het Nieuwe Jeruzalem, is niet voor ons zoals velen denken. De Hemel is voor de Here en voor de aanbidding van de Almachtige. De heerlijkheden van het Nieuwe Jeruzalem zijn in eerste instantie niet voor ons plezier, maar zijn de perfecte plaats om de glorie van de Grote Koning te openbaren, net zoals een ring gemaakt is om de schoonheid van de steen die hij draagt te laten zien.

Wanneer de engelen de komst van de mens Jezus aankondigden zeiden ze niet " de mensheid heeft zoveel geluk" maar zeiden ze tot de herders “Ere zij God in den hoge” (Luc. 2:14). In het geven van een modelgebed opent Jezus door het brengen van eer aan de naam van God en sluit af met:  “Want uwer is… de heerlijkheid in der eeuwigheid” (Mat. 6:9-13). Bijna ieder boek in het Nieuw Testament bevat de woorden “Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid” maar we besteden nooit veel aandacht aan deze woorden.

De Schepping, de mens, onze redding en de gemeente zijn niet het einddoel. Die dingen zijn enkel daar om eer te brengen aan die Ene die de bron en het einde van alles is. Gods doel zou ook ons doel moeten zijn. Alles wat we doen en zeggen zou maar één bedoeling moeten hebben - Hem te eren. Als we dingen doen om enige andere reden, dan hebben we de zin ervan verloren. 

Geeft elk aspect van jouw leven eer aan God??

De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. (1Tim.1:17).